Pand 'De Nekker' (Canadastraat 6-8)
In 1816-1817 liet Jan Hendrik Kloosterman (1777-1835), koopman en winkelier, dit pand bouwen. Het pand kreeg een symmetrische voorgevel met kroonlijst en een opvallend grote dakkapel. In die tijd was het gebruikelijk om de ramen te voorzien van schuifvensters en luiken oftewel blinden. Het pand bestond uit een winkel en een woonhuis. De ingang van de winkel zat aan de voorkant, die van het woonhuis aan de zijkant. Er hoorde flink wat grond en tuin bij: een deel van de Hof van Rakhorst en kruidentuin Allegaardje die beide achter het pand liggen.
Na het overlijden van winkelier Kloosterman bleef zijn weduwe in het rechterdeel wonen. In het linkerdeel kwam in 1836 een nichtje met haar echtgenoot Gerrit Rakhorst te wonen. Hij was spekslager en winkelier in manufacturen en kruidenierswaren en zette de winkel voort. Zijn oudste zoon H.W. Rakhorst hielp hem daar later bij.
Toen vader Rakhorst in 1896 overleed, bleef zijn zoon Gerrit jr. eerst nog in het rechterdeel wonen, samen met vijf ongetrouwde zussen en een nicht. Maar een jaar later, in 1897, werd links naast het pand voor hem een nieuw huis gebouwd (Canadastraat 10). In de vrijgekomen woning ging zijn broer H.W. Rakhorst met zijn zoon Gerrit (de derde Gerrit dus) en zijn gezin wonen.
Het totaal bestond nu uit drie delen: de winkel in het midden en links en rechts een woonhuis. Aan de achterkant van het pand werd een spekslagerij aan de winkel gebouwd. Er kwam ook een rokerij en wasruimte.
De jongste Gerrit Rakhorst stopte in 1922 met de winkel. Die werd overgenomen door Bram Bijker. De familie Rakhorst bleef tot 1945 in het rechterdeel wonen. In dat jaar nam Arie de Nekker de winkel en woning over van Bijker. Hij ging er zelf na een verbouwing met zijn gezin wonen. Aan hem heeft het pand zijn bijnaam te danken.

