Markante gebouwen

We kijken richting Raalte. Het laatste huis achter de haag (Canadastraat 54) is van 1880 en werd als eerste bewoond door Antonij Marsman. Hij was klompenmaker/koopman van beroep. Latere bewoners waren koopman Hermannes Johannes Satink, Willem Koenjer, Henricus Willemsen die molenaarsknecht was, de weduwe Hoes, Hendrikus Hageman die opperman was, en schilder Van der Horst. Evert Jan Lozeman was voor de oorlog de laatste bewoner. Het boerderijtje was inmiddels in zo'n slechte staat dat heel Heino bij storm uitliep om te kijken of het nog overeind stond. Na de oorlog sloopte hij het oude hui

Het 'thuishonk' van onze vereniging is gevestigd in de voormalige maalderij van de Coop Landbouw Vereeniging Heino, zoals ook op de gevel staat. Het complex was ooit veel groter, maar door de fusie met ABC Lochem is de rest in de jaren negentig afgebroken en is alleen de maalderij overgebleven. Wie goed kijkt ziet dat het gebouw subtiel versierd is. Let maar eens op de bogen boven de ramen en de verspringende stenen. Het zijn bakstenen ornamenten. Dat was in de jaren twintig mode bij zogeheten 'utiliteits-gebouwen', oftewel gebouwen die eennuttig doel dienden. Ps. Weleens binnen geweest voo

Het Munnikenhuis (Stationsweg 2) hoort thuis in de historische context van Heino, waarbij het verband houdt met de Nicolaaskerk van Heino. Volgens de lokale kerkgeschiedenis viel dit ‘Monnickhuis’ onder het Zwartewaterklooster te Hasselt en maakte het deel uit van de bezittingen van het klooster. Rond het jaar 1236 stond op deze plek een boerderijtje ter Heyne waar tot 1426 monniken boerden en waar andere ambachten onstonden. Het huidige Munnikenhuis is herbouwd in 1875. Vorige bewoners waren o.a. heel- en vroedmeester D. Peel (vanaf 1872), Annette Passtoors (de eerste Nederlands

Tot het begin van de 20e eeuw waren de boeren uit Heino gewend zelfstandig hun bedrijf uit te oefenen. Ze fokten varkens en runderen en maakten boter op hun boerderij. De producten die over waren, verkochten ze zelf op lokale markten of aan handelaren. Door de komst van landbouw- en zuivelcoöperaties veranderde hun bedrijfsvoering ingrijpend. Samenwerking op basis van solidariteit was voortaan de boodschap. De eerste stoomzuivelfabriek in Heino werd in 1901 opgericht door de gebroeders Maas: fabrikanten uit Wijhe, en de gebroeders Lugard: handelaren-exporteurs uit Deventer. Na negen jaar

In 1816-1817 liet Jan Hendrik Kloosterman (1777-1835), koopman en winkelier, dit pand bouwen. Het pand kreeg een symmetrische voorgevel met kroonlijst en een opvallend grote dakkapel. In die tijd was het gebruikelijk om de ramen te voorzien van schuifvensters en luiken oftewel blinden. Het pand bestond uit een winkel en een woonhuis. De ingang van de winkel zat aan de voorkant, die van het woonhuis aan de zijkant. Er hoorde flink wat grond en tuin bij: een deel van de Hof van Rakhorst en kruidentuin Allegaardje die beide achter het pand liggen. Na het overlijden van winkelier Kloosterman bl